Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Kansengelijkheid in het onderwijs is een thema dat duidelijk in beeld werd gebracht door de documentaire ‘Klassen’ van omroep HUMAN, uitgezonden eind 2020, begin 2021. De geprezen serie volgde verschillende achtstegroepers vlak voor hun eindadvies voor een middelbare school in het Amsterdamse onderwijssysteem. De beelden legden onderlinge verschillen en benaderingen bloot. Socioloog Thijs Bol doet al jaren onderzoek naar kansengelijkheid en doceert in dit tweede semester het nieuwe IIS-keuzevak ‘Klassen! Kansengelijkheid in het onderwijs’, dat vanuit verschillende perspectieven naar dit onderwerp kijkt en oorzaken behandelt. De centrale vraag is: wat kan er gedaan worden om kansenongelijkheid te verkleinen? Thijs Bol vertelt over de opzet van het vak en wat hij de studenten wil meegeven.

Rol van de documentaire

“De serie ‘Klassen’ speelt een grote rol in de colleges. Elke week behandelen we fragmenten uit de serie en bespreken we wat we zien en hoe dit relateert aan de theorie achter kansenongelijkheid. Maar ook: waarom raakt dit fragment? Ik doe al lang onderzoek naar dit thema, maar door de documentaire kwam er opeens een groot publiek mee in aanraking. De beelden illustreren wat we vinden in de onderzoeken over kansen. Bijvoorbeeld de rol van verwachtingen, vroege selectie of de ouders. In de collegezaal bespreken we al deze factoren en is er veel ruimte voor interactie. Ook zijn er gastsprekers bij het vak betrokken, waaronder de documentairemakers van ‘Klassen’ zelf, Sarah Sylbing en Ester Gould. De studenten ondervragen de makers in een soort College Tour-achtige setting.”

Interdisciplinaire aanpak

“Een interdisciplinaire aanpak is onmisbaar. Er spelen namelijk zoveel factoren mee bij kansengelijkheid, ook buiten het onderwijs. Wat gebeurt er thuis? Waar en hoe wonen mensen? Huizenbeleid is dus belangrijk, maar ook juridisch spelen er factoren mee; wat kan wel en wat kan niet binnen wetgeving worden aangepakt? Ongelijkheid is heel complex en een integrale aanpak is hierbij heel belangrijk. Het mooie is dat er onder de studenten veel verschillende studieachtergronden zijn, wat een duidelijke meerwaarde heeft. Er zijn bijvoorbeeld docenten in opleiding, die heel anders tegen problemen aankijken dan studenten die de Klassieke Talen als achtergrond meebrengen. Die verschillende perspectieven is enorm verrijkend, wakkert discussies aan en helpt op diverse wijzen na te denken over oplossingen.”

Bewustwording over eigen positie

“Naast kennis, hoop ik met name de studenten ook een beter begrip bij te brengen over de factor ‘geluk’, die sommige kinderen wel hebben en anderen niet. Je bepaalt niet waar je wieg staat of welke positie je ouders bekleden, maar dit speelt een enorme rol in de rest van je leven. Ik hoop dat we door beter bewustzijn hierover, anders leren kijken in onze samenleving naar mensen die wel of juist minder succesvol zijn. Niet alles is maakbaar en je kunt ‘succes’ niet volledig toeschrijven aan individuele verantwoordelijkheid. Ik hoop dat mijn studenten de complexiteit hiervan inzien en dit doorgeven, op hun eigen manier, later in hun carrière. Juist door de interdisciplinaire samenstelling van de studenten zullen ze op veel verschillende plekken terechtkomen. Ze gaan van alles doen en ik hoop dat de kennis die ze bij dit vak opdoen doorwerkt. Het creëren van bewustzijn over je eigen positie is hierbij belangrijk. De ene student heeft keihard moeten knokken om aan de universiteit te studeren, waar de ander het als een vanzelfsprekendheid zag. In notities die studenten schrijven voor het vak verbinden ze de wetenschappelijke literatuur aan ‘Klassen’, maar er is ook veel ruimte voor reflectie op hun eigen positie.”

Stigma’s, privileges en fysieke klaslokalen

“De studenten werken gedurende het vak aan een project dat verschillende doelen kan hebben: (1) of ze onderzoeken iets, leren het beter te begrijpen, (2) of ze leren anderen iets en proberen bewustzijn te creëren, (3) of ze gaan iets veranderen. Het laatste is natuurlijk het lastigst, maar juist ook een mooie uitdaging. De onderwerpen van de groepen lopen onderling wijd uiteen; de één onderzoekt het stigma dat ligt op het VMBO en wat dit betekent voor de studenten die hier les hebben. Een ander groepje maakt een spel over beelden die wij ‘normaal’ vinden en neemt hierbij privileges onder de loep. Daarnaast is er ook een groep die een fotoserie maakt over de inrichting van fysieke klaslokalen.”

Veelkoppig monster

“Kansenongelijkheid is een veelkoppig monster en dat maakt het heel lastig om aan te pakken. Ik beoordeel dan ook niet of een project goed is gegaan of niet, zolang de intentie maar wel logisch was. Projecten kunnen mislukken, daar leren studenten juist ook van: heel veel interventies tegen kansenongelijkheid mislukken. Studenten schrijven een bijbehorend verslag over het proces, hoe het beter kan, welke literatuur ze hebben geraadpleegd, etc. Inzicht krijgen in de complexiteit en dynamiek van kansengelijkheid is uiteindelijk de ultieme les die ik ze wil meegeven.”