4 april 2022
Docenten Addie de Moor en Eef Grob hebben allebei een achtergrond in de journalistiek en zijn experts in het vertalen van complexe wetenschappelijke materie naar begrijpelijke taal. Ze vullen elkaar goed aan: waar De Moor ervaring heeft met het schrijven van toegankelijke teksten en trainingen geschreven wetenschapsjournalistiek verzorgt voor journalisten, bij ministeries en grote organisaties, heeft Grob zich gespecialiseerd in andere vormen van wetenschapscommunicatie, zoals audio, beeld en video en het presenteren en modereren van wetenschappelijke bijeenkomsten met publiek. In dit honoursvak dompelen zij de studenten samen in twaalf weken onder in de wereld van de wetenschapscommunicatie en -journalistiek. Centraal daarbij staat de vraag: welke rol kan je als wetenschapper spelen in de maatschappelijke dialoog?
Het is zo belangrijk voor alle wetenschappers in spe om in normale taal te leren communiceren zodat andere mensen het ook begrijpen. Het verbaast me dat dit nog geen aandachtspunt bij alle universitaire opleidingen is. Er is nog veel te winst te behalen op dit vlak.Eef Grob, docent 'Uit de ivoren toren!'
Joachim Mathot studeert Geneeskunde aan de VU en vertelt over zijn motivatie deel te nemen aan het vak: “In de opleiding leren we vooral wetenschappelijke artikelen te lezen of te schrijven, maar niet hoe je die - vaak lastige - wetenschappelijke onderwerpen interessant en begrijpelijk kan maken voor een groter publiek. Terwijl het zo belangrijk is om je verhaal aan te laten sluiten op het publiek dat je wil bereiken. Als toekomstig arts is dit natuurlijk heel nuttig: je zult per patiënt moeten kijken hoe je jouw boodschap het best kan verwoorden.”
Matthias van der Vlist, tweedejaars Psychobiologie student aan de UvA, voegt toe: “Bij mijn bachelor Psychobiologie word je opgeleid tot onderzoeker. Als onderzoekend wetenschapper breng je niet direct veel teweeg in het dagelijks leven, omdat de kennis die je overbrengt voornamelijk binnen je eigen gemeenschap van mede-onderzoekers blijft. Ik vind dat je een krachtig wapen tot je bezit hebt om echt een verschil te maken met wetenschap, als je goed bent in het overbrengen van (nieuwe) wetenschappelijke kennis naar elke hoek van de maatschappij. In ‘Uit de ivoren toren!’ heb ik geleerd om wetenschap begrijpelijk uit te leggen voor allerlei doelgroepen en hen te enthousiasmeren voor een onderwerp.”
In ‘Uit de ivoren toren!’ analyseren studenten namelijk niet hoe het vaak misgaat, maar leren zij juist vooral door te doen. Ze leren zelf wetenschap communiceren met verschillende technieken, door aan de slag te gaan met het maken van eigen werk. De studenten leren in zes weken onder begeleiding van De Moor moeilijke informatie te populariseren door zelf aan de weg te timmeren met een opiniestuk, blog en achtergrondverhaal en een wetenschapper te interviewen.
De Moor vertelt: “Studenten zelf op pad sturen gebeurt nog te weinig op de universiteit. Ik heb ze uit hun comfort zone willen halen door de studenten zelf een idee voor een verhaal te laten bedenken, in de werkgroep te pitchen waarom dat relevant is en voor welk medium, en dat verhaal dan ook direct ‘in het echt’ te gaan maken. Bel een interessante wetenschapper, ga langs op locatie. Stel vragen, laat je verwonderen. En maak daar een leesbaar verhaal van.”
Hoewel de meeste studenten het in eerste instantie spannend vonden om contact met een wetenschapper op te nemen voor een interview, was het resultaat verrassend positief.
Ik heb voor een opdracht een muziektherapeut gesproken en verbaasde me over hoe gemakkelijk je met mensen in contact kunt komen in korte tijd. Ineens kon ik met een expert praten waarvan ik zelf nooit verwacht had diegene daadwerkelijk te kunnen spreken.Matthias van der Vlist, student
Grob laat de studenten vervolgens kennismaken met andere vormen van wetenschapscommunicatie, zoals sociale media, podcasts, video en interactiemogelijkheden op internet. Verschillende gastsprekers komen langs om kennis uit de praktijk te delen. Tv-eindredacteur en wetenschapscommunicatiedeskundige Marcia van Woensel geeft de studenten een mini-mediatraining om te leren zichzelf als expert te presenteren en een onderzoeksverhaal te pitchen naar de media. Want hoe ‘verkoop’ je als wetenschapper je verhaal aan ‘de media’? En hoe zit het met de timing van je verhaal?
Met Eric de Kruijk, programmamaker die onder andere aan Het Klokhuis en De Wereld Draait Door heeft gewerkt, bespreken de studenten analogieën en hoe je data in beeld kunt brengen. Journalist Saar Slegers van de podcastserie De man en de maan vertelt hoe zij verhalen maakt. Grob: “Niet veel studenten kenden de podcast al als medium. Hierbij is het van belang om over spanningsbogen na te denken, en wetenschap als een goed en spannend verhaal over te kunnen brengen.”
Studenten zijn vrij om voor de opdrachten zelf actuele onderwerpen te kiezen die raakvlak hebben met hun vakgebied. Zo heeft geneeskundestudent Joachim een beeldverhaal over het coronavirus gemaakt met eenvoudig taalgebruik, zodat de informatie ook voor laaggeletterden te begrijpen is:
En Babette Turkenburg, student Politicologie aan de UvA, maakte een meme over het gebruik van meerdere stemwijzers:
Met één beeld communiceerde zij daarmee helder over het belang van meerdere bronnen van informatie bij het bepalen van welke politieke partij jouw stem krijgt tijdens de verkiezingen.
Ook wordt ingegaan op de mogelijkheden van interactie op evenementen, zoals citizen science, waarbij je onderzoek doet met publiek, en dialoog. Grob licht toe: “We bespreken hoe je als wetenschapper in gesprek kunt gaan met een lekenpubliek, om je te kunnen verhouden tot de rest van de samenleving. Daarom oefenen we met dialoog. Wat is een onderwerp uit jouw vakgebied waar je een ethisch gesprek met de samenleving over wilt houden? Wat wil je bereiken en bij welke doelgroep? Het schrijven van een dialoogplan helpt om te leren denken over wat wil je vertellen, aan wie, en in welke vorm.”
De docenten vertellen dat zij zelf ook veel geleerd hebben van de studenten en over hun vakgebieden.
Ik heb met veel plezier gezien hoe studenten grote vooruitgang wisten te boeken en ook de wisselwerking tussen studenten van verschillende vakgebieden was mooi om mee te maken. Bij hun eigen studie leren ze niet om deze bruggen te bouwen.Addie de Moor, docent 'Uit de ivoren toren!'
Na iedere opdracht geven de studenten peer feedback in wisselende groepjes, krijgen ze feedback van de docenten en gaan ze met elkaar in gesprek. Door de interactieve opzet van het vak leren de studenten niet alleen kritisch naar het werk van anderen te kijken, maar vervolgens ook hun eigen werk met frisse blik te bekijken. De Moor: “De meeste honoursstudenten zijn gewend in één keer een goede versie van hun werk in te leveren. Toch hebben zij veel geleerd bij het maken van een tweede versie ervan.”
Matthias: “Wat ik vooral zo leuk vond aan dit vak was het samenwerken met studenten uit veel uiteenlopende studies. Dit bracht mij tot nieuwe inzichten over hoe je als bèta-wetenschapper jouw wetenschap ook voor alfa’s interessant en begrijpelijk kan maken.”
Ook Joachim is enthousiast over de interdisciplinaire groep studenten:
Doordat de andere deelnemers van het honoursvak allemaal verschillende disciplinaire achtergronden hebben, was het heel interessant om hun stukken te lezen en daarop feedback te geven, en van hen feedback te krijgen op mijn werk. Dat voegt zeker iets toe! De uitgebreide persoonlijke feedback van de docenten was ook heel leerzaam.Joachim Mathot, student
Babette beaamt:
Ik vond het ook heel leerzaam en verrassend dat we echt goede feedback op ons werk kregen. Hierdoor verbeterde je jezelf echt tijdens dit vak, iets wat bij andere vakken nog wel eens ontbreekt.Babette Turkenburg, student
Daarnaast vonden de studenten het erg leuk dat zij hun creativiteit goed kwijt konden. Grob: “Bij de opdrachten konden studenten zelf de onderwerpen kiezen, waarbij ze hun eigen interesses konden laten zien. Bij de eindopdracht mochten ze ook zelf kiezen in welke vorm zij deze zouden ‘gieten’. Ik wilde geen vorm opleggen, maar studenten zelf het medium laten kiezen voor de beste vorm.”
Het resultaat mag er zijn. Wiskundestudent Anne van Grinsven lichtte kansberekening toe aan de hand van een beeldverhaal over de vaccinatiegraad bij het corona-vaccin en maakte een scenario voor een animatie over de vervormde wereldkaart:
Rechtenstudent Ellis Vrijbloed maakte een beeldverhaal over minderjarigen in het jeugdstrafrecht:
En politicologiestudent Merve Özdemir maakte een korte video voor Jeugdjournaalkijkers waarin zij vertelt over de ongelijke verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke wetenschappers. Aan de hand van het voorbeeld van de wereldberoemde Albert Einstein en zijn relatief onbekende vrouw Maria Maríc, met wie hij veel samenwerkte aan zijn belangrijkste uitvindingen, en het schrikbarend lage aantal vrouwen dat een Nobelprijs heeft gewonnen in de afgelopen honderd jaar, licht Merve in de video toe hoe belangrijk het is om meer aandacht te besteden aan vrouwen in de wetenschap zodat meisjes voorbeelden hebben in wie zij zich kunnen herkennen. Hiermee wil zij meisjes die wetenschap interessant vinden, stimuleren om iets in de wetenschap te gaan doen.
De studenten worden beoordeeld op hun portfolio, het verzamelde werk van de afgelopen 12 weken, en een geschreven zelfreflectie waarin de studenten reflecteren op waar zij nu zelf staan op het gebied van wetenschapsjournalistiek en wetenschapscommunicatie.
Grob: “We willen studenten vooral meegeven dat ze nadenken over wat hun niche is. Wat is er gerelateerd aan jouw vakgebied, dat interessant is voor het grote publiek? Wat wil jij hier verder mee? Studenten worden zelf aan het werk gezet om daarmee aan de slag te gaan."
Door dit vak zien studenten ook andere mogelijkheden op de arbeidsmarkt, het verbreedt hun beroepsperspectief: ze kunnen niet alleen wetenschapper worden maar ook journalist, met behoud van hun vak. Het vak geeft daarmee een andere invulling aan hun studie, ze leren buiten de muren van de universiteit te kijken.Addie de Moor, docent 'Uit de ivoren toren!'
Babette vat haar ervaringen samen: “In ‘Uit de ivoren toren!’ heb ik geleerd om beter en aantrekkelijker te schrijven. Wat werkt wel in de wetenschapsjournalistiek en -communicatie, en wat niet? Hoe trek je de aandacht van de lezer in een tekst en hoe schrijf je concreet? Ik dacht eerst dat voornamelijk bèta-onderwerpen aantrekkelijk zijn voor wetenschapsjournalistiek en -communicatie, en dat politicologie hier eigenlijk niet zo goed in paste. Nu ben ik mij ervan bewust dat dit niet klopt en dat er ook vraag is naar onderwerpen in de politicologie, wat ook positief is voor mijn toekomstige carrière als politicoloog. Het advies om ‘te blijven schrijven’ inspireerde mij nu om een blog te beginnen over mijn ervaringen tijdens mijn uitwisseling in Zweden. Ik weet niet zeker of ik zonder dit vak die stap ook had gezet.”
Ook Merve is enthousiast: “Ik heb interessante mensen kunnen interviewen, waar ik veel van heb geleerd en wat ook erg leuk was om te doen! Door dit vak en de constructieve feedback van de docenten heb ik de handvatten om in september aan mijn stage bij de Groene Amsterdammer te beginnen en hopelijk verder te komen in de journalistiek.”
Meer informatie
Addie de Moor was de afgelopen zeven jaar docent Journalistiek schrijven bij de opleiding Mediastudies aan de UvA en is docent Wetenschapsjournalistiek bij de master Science Communication and Society aan de Universiteit Leiden. Eef Grob is een freelance professional met jarenlange ervaring in de media en specialist in het organiseren en voeren van dialogen, met name over complexe medisch-ethische onderwerpen.
Meer informatie over het honoursvak ‘Uit de ivoren toren! Wetenschapsjournalistiek en wetenschapscommunicatie’, dat zij samen met de onderwijsontwikkelaars van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) hebben ontwikkeld, is te vinden op de website van het IIS. In het eerste semester van studiejaar 2022-2023 kunnen tweede- en derdejaars studenten van de UvA, AUC en VU die deelnemen aan een honoursprogramma het vak volgen.