Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De Volkskrant publiceerde onlangs een kritisch stuk over de toenemende aandacht voor innerlijke ontwikkeling in het onderwijs. Volgens de auteurs dreigt onderwijs daarmee een morele richtinggever te worden: studenten zouden niet alleen iets moeten leren, maar ook moeten worden “herontworpen”. Jasper ter Schegget, Ilja Boor en Linda de Greef hebben een reactie op het opiniestuk in de Volkskrant geschreven, dat het belang van persoonlijke ontwikkeling in het hoger onderwijs in twijfel trekt. Een verkorte versie van hun reactie is op 24 november geplaatst als ingezonden brief. Hieronder is de complete reactie terug te lezen.

De vrees dat onderwijs een morele richtinggever dreigt te worden is begrijpelijk, maar berust op een misverstand. Het doel van hoger onderwijs is niet om studenten voor te schrijven hoe ze zich zouden moeten voelen of wie ze zouden moeten zijn. De aandacht voor innerlijke ontwikkeling gaat over iets anders: zichtbaar maken wat allang deel uitmaakt van goed leren. Studenten verwerven niet alleen kennis, maar leren zich ook te verhouden tot situaties die complex, onzeker of moreel beladen zijn.

Hiermee modelleren we de student niet naar een gewenst mensbeeld, maar erkennen we wat het werk van een professional vraagt. Ingenieurs, juristen, economen, biologen, artsen en onderwijskundigen komen vroeg of laat in situaties terecht waarin kennis alleen niet voldoende is; ze moeten kunnen afwegen, samenwerken, risico’s inschatten, verschillende perspectieven betrekken en begrijpen welke gevolgen hun handelen heeft. Dat vraagt om meer dan vakinhoudelijke expertise; het gaat om de combinatie van deskundigheid, oordeelsvorming, een moreel kompas en verantwoordelijk handelen.

In het hoger onderwijs ligt een sterke focus op de cognitieve kant van leren. Studenten worden vaak afgerekend op tentamens en passen hun leergedrag daarop aan. Het grotere geheel raakt dan snel uit beeld. Betekenisvol leren vraagt dat studenten begrijpen waarom ze iets leren: dat ze verbanden leggen, hun kennis plaatsen in een bredere context en zien welke handelingsmogelijkheden die kennis in de praktijk biedt. Innerlijke ontwikkeling ondersteunt dit proces. Niet als doel op zich, maar als manier om leren te verbinden met professioneel en verantwoordelijk handelen.

Studenten ontwikkelen deze professionele kwaliteiten vooral door te doen: door spanning te ervaren, te oefenen, te reflecteren en feedback te krijgen. De Inner Development Goals (IDGs) helpen dit proces expliciet te maken door taal te bieden voor reflectie op aspecten zoals moed, samenwerking en omgaan met onzekerheid. Neem ‘moed’: het vraagt oefening om je uit te spreken wanneer je omgeving anders denkt. Dat is geen vorming naar een ideaal mensbeeld, maar een belangrijke leerervaring die hoort bij vakgebieden waar publieke verantwoordelijkheid, polarisatie of morele dilemma’s spelen. Elke opleiding en beroepspraktijk vraagt daarbij om eigen accenten en oefenruimte: wat moed of reflectie betekent, ziet er in een ziekenhuis, rechtbank of laboratorium nu eenmaal anders uit.

Een deel van de kritiek is dan ook terecht: implementatie gaat soms te snel, te top-down of te uniform, zonder oog voor het vak, de context of de studenten die centraal staan. Onderwijsinnovatie werkt alleen wanneer docenten eigenaarschap ervaren en wanneer studenten medevormgever zijn. Innerlijke ontwikkeling moet niet bovenop de inhoud worden geplaatst, maar op een natuurlijke manier verweven zijn met het vak zelf. Dat is de enige manier om het leren betekenisvol te maken: niet als bijlage, maar als integraal onderdeel van het leren.

Daarom is er sprake van een valse tegenstelling. De keuze is niet of “kennis” of “innerlijke ontwikkeling”. In de praktijk ontwikkelen studenten kennis, vaardigheden en attitudes altijd in samenhang. Wat je leert, krijgt betekenis door wat je ermee doet en juist daarom kan goed onderwijs nooit alleen uit feitenoverdracht bestaan.

In een tijd waarin vraagstukken rond duurzaamheid, rechtvaardigheid en technologie steeds complexer worden, kunnen we het ons niet veroorloven onderwijs te reduceren tot kennisverwerving. Studenten verdienen kennis, vakmanschap én het vermogen te handelen met inzicht, integriteit en verantwoordelijkheid. Niet om hen te vormen tot iemand anders, maar zodat zij met hun expertise werkelijk betekenisvol kunnen bijdragen in een wereld die dat hard nodig heeft.